“Ik ben van na de oorlog…,

…en dat wil ik graag zo houden”. Deze zin schreef ik in het voorwoord van het boekje “Rood is mijn bloed, zoals dat van jou” dat in 1995 verscheen ter gelegenheid van vijftig jaar herdenken en vieren in vrijheid. Teksten en tekeningen waren gemaakt door leerlingen van een aantal IJsselmondse basis- en middelbare scholen.
Het is dit jaar, 2025, alweer tachtig jaar geleden dat we bevrijd werden van de nazi’s. Ik zeg ‘bevrijd werden’, want het is dankzij onder andere de Amerikanen, de Canadezen, de Polen en het binnenlands verzet dat we in dit land in vrede en vrijheid mogen leven. Tachtig jaar! Er zijn weinig of geen periodes in onze vaderlandse geschiedenis bekend waarin ons land niet door een vreemde mogendheid werd bezet of bij een oorlog betrokken was. Het begon al met de Romeinen en de Noormannen, later gevolgd door onder andere de Spanjaarden, de Fransen en de Duitsers. Landjepik, ook wel landverovertje genoemd, was een spelletje dat ik vroeger als kind soms speelde. Hoe dat ging kan iedereen vinden in Wikipedia, maar het komt erop neer dat degene die het grootste gebied veroverde de winnaar was. Een onschuldig spelletje. Dat kan van al die oorlogen en bezettingen in vroeger tijden, maar ook in onze tijd, niet gezegd worden. De treurige conclusie is helaas dat landjepik van alle tijden is. Daarover gesproken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog tussen 1914 en 1918 bleef ons land neutraal. Dat betekende niet dat we er geen last van hadden. Onze zuiderburen wel. In die jaren werden er in ons land meer dan 100.000 (!) Belgen opgevangen die gevlucht waren voor de vijand. Toen de oorlog afgelopen was en zij allemaal weer terug naar huis gingen wilden de Belgen, met koning Albert voorop, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg annexeren als compensatie voor het feit ‘dat Nederland neutraal en daarmee pro-Duits was gebleven’. Een wel heel erg vreemde manier om dankjewel te zeggen. Het ging dan ook gelukkig niet door. Nu gebiedt de eerlijkheid wel om te zeggen dat wij als Nederlanders er ook wel wat van konden. De zeventiende eeuw, ook wel bekend als Gouden Eeuw, bracht veel landgenoten extreem veel rijkdom. Maar dit ging wel ten koste van anderen in bijvoorbeeld Oost-Azië, Afrika en Zuid-Amerika waar Nederlanders net zo goed aan landjepik deden. Van de machtswellust van enkelen waren en zijn velen de dupe. Lees de krant en kijk naar de nieuwsuitzendingen. Dat krijg je dus als leiders heersers willen zijn en geen dienaren van hun volk. Ik denk soms aan enkele leden van onze wijkbusvereniging die al op hoge leeftijd zijn en dus de laatste wereldoorlog bewust hebben meegemaakt. Vooral bij hen moeten al die tegenwoordige oorlogsbeelden toch afschuwelijke herinneringen oproepen. Zoals gezegd, ik ben van na die oorlog en een kind van de jaren zestig. Wat een geweldige jaren waren dat! Met indrukwekkende muziekfestivals (Woodstock en het Kralingse Bos), maar ook met protestmarsen tegen de oorlog in Vietnam, (‘Welterusten, meneer de president’) tegen honger en tegen armoede. Er was een flowerpowerbeweging van mensen die vonden dat we in harmonie met de natuur moeten leven. Kom daar nu maar eens om.

Overal ter wereld wordt mensen hun vrijheid afgenomen of worden zij beperkt in het uiten van hun opvattingen of in wie en wat ze willen zijn. Wij leven gelukkig (nog) in een land dat gekenmerkt wordt door welvaart, vrede en vrijheid. Al tachtig jaar. Op naar de volgende tachtig!