Is dit nu later?
Als je vroeger aan kinderen vroeg wat ze later wilden worden, kreeg je vaak als antwoord: brandweerman, piloot of de naam van een ander uitdagend of spannend beroep. Wie dat tegenwoordig vraagt, heeft een grote kans om als antwoord te krijgen: Rijk! Toen ik dit las in een artikel dat ging over ‘de staat van de jeugd’ schrok ik. Het geeft te denken dat er kennelijk in veel gezinnen vaak gesproken wordt in termen van geld en bezit en niet over andere zaken die het leven de moeite waard maken en die van betekenis kunnen zijn voor jezelf en voor anderen. Dat dit materialistische ‘we want more’-denken het leven op onze aarde op den duur onleefbaar maakt – de gevolgen zijn nu al merkbaar – is voor velen van later zorg. ‘Wie dan leeft, dan zorgt’, ‘Dat zien we dan later wel’ of ‘Na ons de zondvloed’ zijn gevleugelde uitspraken geworden. Dat toekomstverwachtingen niet altijd uitkomen, weten we wel. Dat kan meevallen, maar meestal lopen de zaken anders dan werd verwacht en klinkt er bij velen de verzuchting: Is dit nu later? De zanger Stef Bos heeft ooit een mooi lied geschreven dat deze verzuchting als titel heeft.
Om nog even terug te komen op de jeugd. Het is wat onderbelicht, maar het is inmiddels wel duidelijk dat die het in coronatijd erg moeilijk heeft gehad. Wat zorgen baart is dat veel jongeren zich eenzaam voelen, verslaafd zijn aan sociale media en, nog erger, gokverslaafd zijn. Ze hebben wel contact, maar dan via een schermpje. Ze denken in één klap rijk te zullen worden door een gokje te wagen. (Maar daardoor juist anderen miljonair maken.) Dit laatste wordt door de overheid mogelijk gemaakt. Wie dit kan volgen mag het zeggen. Bij velen lopen de schulden op en daar hebben ze vervolgens nog vele jaren last van. Ook bij veel volwassenen trouwens. Ik zie vaak mensen, waarvan ik denk dat ze het niet breed hebben, bij een balie van een supermarkt staan en daar voor een onwaarschijnlijk bedrag loten staan te kopen. De treurigheid ten top!
“In ’t verleden ligt het heden; in het nu wat worden zal”, dichtte Willem Bilderdijk ooit. Deze ‘tegeltjeswijsheid’ zou wat meer serieus genomen moeten worden. De kennis van de geschiedenis is schrikbarend slecht. Nou en, zou je zeggen. Maar om het heden te begrijpen is het juist goed om kennis te nemen van het verleden. En, nog belangrijker, om ervan te leren. Ik wil niet somberen, maar volg het nieuws. Wat is er geleerd van dat verleden? Het gaat ook nu nog over macht, geld en invloed. Is dit nu later? Een extra groot probleem hierbij is dat het de (regerings-)leiders ontbreekt aan visie. Waar staat ook alweer te lezen: “Waar visie ontbreekt, verwildert het volk”? Natuurlijk doen veel politici hun best om te formuleren waar het land en de gewone man het meest mee gediend zijn. Maar een toekomstvisie? Een stip aan de horizon? Ho maar.
En dit brengt mij bij de wijkbus. Voorafgaand aan de laatste verkiezingen voor de gemeenteraad hebben de gezamenlijke wijkbusorganisaties aan alle deelnemende partijen gevraagd om alstublieft te komen met een lange-termijn-visie op het wijkbusvervoer. Er kwam één reactie op. Men denkt dus op gemeentelijk niveau kennelijk ook alleen maar in termen van vier jaar. Dus tot de volgende verkiezingen. Door dit korte-termijn-denken worden organisaties zenuwachtig. Welke investeringen zijn nog verantwoord? Waarom veel energie stoppen in een organisatie waarvan je niet weet of die over vier jaar nog bestaat? Onze wijkbusvereniging voorziet in een enorme behoefte. Wie de demografische ontwikkeling volgt, kan niet anders dan concluderen dat deze vorm van vervoer nog jarenlang noodzakelijk zal zijn. Schrijf dat gewoon op en faciliteer dat, denk ik dan. Kort en goed: blijf niet steken in, maar leer van het verleden en blijf nadenken over de toekomst, zodat je niet ooit tot de verzuchting komt: Is dit nu later? Anders gezegd: ‘Don’t Stop Thinking About Tomorrow’.