Zin in in
Warm hè?! Dat is wat ik steeds hoor. Het is eind juli en de thermometer geeft aan dat het ruim 30 graden is. Niet bijzonder voor de tijd van het jaar en eigenlijk best wel goed te doen. Dat is op andere plekken op aarde wel anders. Temperaturen van 40 graden en meer zijn geen uitzondering. Dat lieve meisje dat in een tv-reclame een zonvakantie moet aanprijzen met de woorden “Daar heb ik zin in in” weet niet beter, maar de realiteit is dat steeds meer mensen die extreme hitte tijdens hun zonvakanties in het zuiden wel een beetje zat zijn en vaker kiezen voor wat koelere bestemmingen. Het probleem zit hem in dat extreme. In India bijvoorbeeld zijn ze wel wat gewend. Maar dat ze in mei en juni al niet weten waar ze het zoeken moeten van de hitte is wel bijzonder. Ik heb zelf een keer de fout gemaakt door tijdens een zomervakantie in Spanje een bezoek te brengen aan Granada. Die stad ligt in een gebied dat ook wel de ‘braadpan’ van het land wordt genoemd. Nou, dat heb ik geweten. Het was gewoon niet uit te houden van de hitte. Het lijkt er inmiddels op dat het aantal ‘braadpannen’ toeneemt. Met alle gevolgen van dien. Enorme droogte, tekort aan water, mislukte oogsten, bosbranden en noem maar op. Om nog wat verkoeling te hebben, worden er massaal airco’s aangeschaft. Maar die dingen vreten stroom en zijn vanwege de uitstoot van broeikasgassen niet echt milieuvriendelijk. Kortom: zorgen dus. Het vervelende is dat die hitte vaak op enig moment plaats maakt voor extreme regenval. Iedereen kent de beelden. Ook in ons land is het regelmatig raak en zien we foto’s van ondergelopen straten, parkeergarages en kelders. In Zuid-Limburg zijn ze de gevolgen van de wateroverlast in juli 2021 nog steeds niet helemaal te boven. Even terzijde. Deels zijn de problemen van wateroverlast ook te wijten aan het gedrag van mensen. Loop rond in de woonwijken en je ziet de ‘verstening’, omdat het groen grotendeels of soms zelf geheel is verwijderd en de ‘tuin’ is betegeld. Het regenwater kan daardoor de grond niet in en verdwijnt in het riool, die dat natuurlijk niet aan kan. Ik ben dan ook een groot voorstander van het invoeren van een ‘tegeltaks’ of het invoeren van de verplichting om ten minste de helft van de buitenruimte bij het huis groen te laten. Terug naar het woord extreem. Die paar hittedagen of fikse regenbuien zijn niet het probleem. Maar langdurige periodes waarin dat het geval is wel. En dat is precies wat er meer en meer aan de hand is. Dat komt door de verandering van het klimaat. Daar is iedereen het wel over eens. De meningen verschillen wel over de oorzaak daarvan. Zo wijzen ontkenners of sceptici vaak op de klimaatschommelingen in het verleden. Die waren er zeker, maar het verschil met nu is mijns inziens dat de verandering te wijten is aan menselijk handelen (Volgens Al Gore – voormalig vicepresident van de VS en Nobelprijswinnaar – ‘Een ongemakkelijke waarheid’) en het simpele feit dat er gewoon te veel mensen zijn. Die miljarden bewoners van onze planeet moeten allemaal eten en drinken, wonen en werken. Zij streven, wat logisch is, naar een zekere welvaart. Ja, en dan komt het milieu onder druk te staan. Gelukkig zijn er vele succesvolle initiatieven om daar iets aan te doen.
En dat brengt mij bij de wijkbus. Volgend jaar om deze tijd zijn vier van de vijf bussen vervangen door elektrische. Dat is goed nieuws. Voor onze vereniging, want de huidige bussen zijn al een tijd ‘over de datum’ met veel mankementen als gevolg. En ook voor het milieu uiteraard, want die bussen zijn schoner. Veel vervoermiddelen worden vervangen door elektrische. Het gebruik daarvan geldt min of meer al als het ‘nieuwe normaal’. De luchtvaart blijft hierbij helaas nog achter. Er wordt idioot veel gevlogen. Ik vraag mij af, zittend in mijn groene tuin onder de aanvliegroute van twee vliegvelden, of dat niet wat minder kan. Zo lees ik dat het onderdeel surfen tijdens de Olympische Spelen van Parijs op Tahiti in de Stille Oceaan wordt gehouden. Daar moet wel 15.000 km voor worden gevlogen. Zo’n eiland met die schitterende natuur en mooie stranden zou ik (ik durf het gelet op het bovenstaande nauwelijks te zeggen), best een keer willen bezoeken. De beelden daarvan zijn fascinerend. Als ik die zie, dan denk ik: Daar wil ik heen, daar heb ik zin in in!