Keep smiling
Valt er nog wat te lachen tegenwoordig? We rollen van de ene in de andere crisis. Je kan de televisie niet aanzetten of de krant openslaan of je wordt met een en al narigheid geconfronteerd. Toen er in de nazomer van 2020 een tweede coronagolf werd aangekondigd, hebben we bij mij thuis afgesproken vanaf dat moment niet meer naar praatprogramma’s op de tv te kijken. Het zijn steeds dezelfde hoofden die alle ellende komen becommentariëren of je belandt in een kantine-achtige setting waar mannen denken leuk te zijn en een heleboel onzin uitkramen. Ook nieuwsprogramma’s als Nieuwsuur (bij ons Nieuwzuur genoemd) en journaals moeten er vaak aan geloven. Hij steekt zijn kop in het zand, denkt u nu natuurlijk. Dat is niet zo. Iedere dag lees ik mijn ochtendblad grondig door en neem ik kennis van alles wat er in de wereld gebeurt. Om overdag ook bij te blijven, kijk ik af en toe op teletekst. Ik kan het iedereen aanraden. Wat overblijft op tv om toch wat ontspanning te hebben (naast het lezen van een goed boek; wie doet dat nog?) is het bekijken van wat sport, een quiz of een leuke film. Wat ik dan weer mis is een komische serie zoals je die vroeger had. Ik kon enorm genieten van programma’s als ‘Mr. Bean’, ‘Keeping Up Appearances’, ‘Toen Was Geluk Heel Gewoon’, ‘Van Kooten en De Bie’, ‘Debiteuren Crediteuren’ en van komieken zoals onder anderen Tommy Cooper, André van Duin en Toon Hermans. Simpele humor, zonder anderen te beschadigen of te kwetsen. Kom daar vandaag maar eens om. Het schijnt trouwens wetenschappelijk bewezen te zijn dat lachen gezond is en dat iemand die elke dag lacht en ook kan relativeren meer kans maakt om oud te worden dan een chagrijnige negatieveling. Lachen verlaagt de bloeddruk en zorgt ervoor dat je beter bestand bent tegen pijn; het is goed voor het immuunsysteem en vermindert stress. Dit klinkt natuurlijk belachelijk simpel allemaal, maar de werkelijkheid ziet er voor veel mensen toch echt helaas wel wat anders uit.,
En dat brengt mij bij de wijkbus. Soms heb ik het genoegen om in te vallen als chauffeur. (Onbegrijpelijk eigenlijk dat wij moeite moeten doen om chauffeurs te vinden, want het is echt leuk en dankbaar werk. Kent u nog iemand die wij hiervoor kunnen benaderen?) Wat mij daarbij vaak opvalt is het goede humeur van de mensen die ik dan vervoer. Als ik hoor wat iemand aan ellende heeft meegemaakt of nog steeds meemaakt, dan krijg ik bewondering voor de manier waarop zij er nog wat van proberen te maken. Humor helpt daarbij zeggen ze dan, want ‘een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd’. Onze chauffeurs gaan serieus met hun werk om, maar zij zorgen in de bussen vaak ook voor een vrolijke noot. Dat wordt door onze leden gewaardeerd en dat maakt dat het wijkbusvervoer zo waardevol is. Het is uiteraard niet zo dat er iedere dag gelachen móet worden; en natuurlijk gaan er dagen voorbij dat er niets te lachen valt. Op dat soort dagen kan muziek een uitkomst zijn. Althans, bij mij werkt het zo. Gewoon een gezellig muziekje (ik kom dan snel uit bij Fats Domino) opzetten om wat op te vrolijken. Dat kan iedereen toch? Thuis, op het werk of onderweg (in de wijkbus). O ja, ik schrijf deze column op Prinsjesdag. Ik heb de mooie plaatjes (en hoedjes) weer bekeken en de Troonrede aangehoord. Daarna kwamen er politici aan het woord die kennelijk allemaal van hun communicatieadviseurs hetzelfde advies meekregen: maak een paar duidelijke statements, kijk in de camera en keep smiling. Ik heb snel weer een muziekje opgezet.